Slaoogst in Baden-Württemberg valt mager uit
In totaal teelden 1.265 bedrijven op een oppervlakte van 12.057 hectare groenten (+3 procent). De groenteproductie vindt voornamelijk in de vollegrond plaats (11.640 hectare). Met name de districten Breisgau-Hochschwarzwald (1.749 hectare) en Rhein-Neckar (1.360 hectare) zijn sterk vertegenwoordigd bij de groententeelt. Hier teelt men vooral veel asperges en wortelen. Ook in de districten Esslingen (1.191 hectare) en Heilbronn (1.428 hectare) worden veel groenten geteeld, met name kool, sla en uien.
De slateelt hoorde in 2016 tot de verliezers met een daling van de oogsthoeveelheid (44.300 ton) met 8 procent en een areaalafname van 3 procent naar 2.303 hectare. Terwijl het areaal van veldsla (717 hectare) vrijwel ongewijzigd bleef, nam bij andijvie, Lollo en eikenbladsla het areaal duidelijk af. Wortel- en knolgroenten deden het daarentegen goed met een 11 procent groter areaal. Met name bij wortelen met 1.005 hectare (+22 procent) en consumptieuien met 471 hectare (+17 procent) nam het areaal sterk toe. Passend hierbij steeg ook de oogst naar 48.000 ton (+18 procent) c.q. 18.500 ton (+49 procent).
Ook de teelt van vruchtgroenten nam duidelijk toe (+8 procent naar 2.167 hectare), waarbij met name de teelt van suikermaïs verder werd uitgebreid (+16 procent). Op de inmiddels 1.062 hectare oogstte men 9.400 ton suikermaïs (+11 procent). Het areaal van eetbare pompoenen steeg naar 728 hectare (+10 procent). Het courgetteareaal nam daarentegen af met 18 procent naar 208 hectare. De oogst hiervan daalde zelfs met ongeveer één derde.
De teeltomvang van kool bleef met 1.404 hectare (-3 procent) relatief stabiel. Na het matige voorgaande jaar viel de oogst met 59.700 ton echter weer tevredenstellender uit. De meest geteelde koolsoort was wittekool met 605 hectare en een oogst van 39.000 ton. De belangrijkste groentesoort blijft echter de asperge met een areaal van 2.787 hectare. Met een oogst van 11.000 ton kwam de gestoken hoeveelheid overeen met de oogst van 2015.
Er werd op 418 hectare in kassen of in folietunnels geteeld, waarbij meer dan de helft van dit oppervlak (221 hectare) gebruikt werd voor de slateelt. Andere kasgroenten waren tomaten op 77 hectare, komkommers (47 hectare) en paprika (32 hectare). In totaal kon men 24.400 ton vruchtgroenten en 3.700 ton sla oogsten. Met name in de districten Konstanz en Ludwigsburg en op het eiland Reichenau maakte men gebruik van beschutte teelt.