Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"EU: "Landbouw- en voedingssector vaart wel bij handelsovereenkomsten"

Handelsovereenkomsten kunnen gunstig zijn voor de verkoop en de werkgelegenheid in de landbouw- en voedingssector van de EU, zo blijkt uit een nieuwe studie.

Handelsovereenkomsten zijn gunstig geweest voor de uitvoer van landbouwproducten uit de EU en hebben de werkgelegenheid in de landbouw- en voedingssector en andere sectoren van de economie ondersteund. Dat blijkt uit een nieuwe onafhankelijke studie die is uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Drie handelsovereenkomsten zijn in detail bestudeerd: met Mexico, Zuid-Korea en Zwitserland.

EU-commissaris voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling Phil Hogan: "Alleen al dankzij deze drie overeenkomsten is de uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen uit de EU met meer dan 1 miljard euro gestegen en is de toegevoegde waarde in de landbouw- en voedingssector met 600 miljoen euro toegenomen. Al even belangrijk is dat de toename van de uitvoer goed is geweest voor in totaal duizenden banen in de hele EU, vooral in de landbouw- en voedingssector, waaronder in de primaire landbouw. Die cijfers tonen duidelijk aan dat de levensmiddelensector en de landbouw in Europa gebaat zijn bij ambitieuze en evenwichtige handelsovereenkomsten."

Commissaris voor Handel Malmström: "Met de juiste aanpak zijn handelsovereenkomsten een troef voor onze landbouwers en voedselproducenten. Deze studie laat ook zien hoe we in de toekomst in handelsbesprekingen kunnen blijven afrekenen met administratieve rompslomp en handelsbelemmeringen."

Uit de studie blijk dat de overeenkomsten hebben bijgedragen tot meer handel in beide richtingen, met meer EU-uitvoer en meer invoer van producten uit deze derde landen, wat heeft geresulteerd in betere toegang van EU-consumenten en bedrijven tot landbouwproducten en levensmiddelen.

Wat ook van belang is, is dat volgens de studie die toegenomen invoer geen grote impact op de binnenlandse EU-productie heeft, maar veeleer in de plaats komt van de invoer uit andere derde landen of verband houdt met een toename van de consumptie in de EU.

In het bijzonder laat de studie, met betrekking tot de drie overeenkomsten, het volgende zien:
  • Drie jaar na het verdwijnen van alle handelsbelemmeringen die de EU en Mexico volgens de overeenkomst uit de weg moesten ruimen, is de uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen vanuit de EU met 105 miljoen euro toegenomen. Het gaat vooral om verwerkte levensmiddelen en dranken. De extra invoer in datzelfde jaar (ter waarde van 316 miljoen euro) betrof voornamelijk primaire producten. De studie wijst ook op het bestaan van potentieel voor de Europese landbouwsector om de huidige tarieven en handelsbelemmeringen verder weg te werken. Dit komt aan bod in de lopende onderhandelingen om de overeenkomst tussen de EU en Mexico te moderniseren.
  • Hoewel aan de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea nog niet volledig uitvoering is gegeven, was zij in 2015 (het laatste jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn) toch al goed voor een extra EU-uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen ter waarde van 439 miljoen euro (vooral primaire producten en commodity's). De extra invoer in datzelfde jaar (ter waarde van 116 miljoen euro) betrof voornamelijk verwerkte levensmiddelen en dranken.
  • De handelsovereenkomsten tussen de EU en Zwitserland met betrekking tot landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten waren in 2010, drie jaar na de volledige tenuitvoerlegging ervan, samen goed voor een extra uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen ter waarde van 532 miljoen euro. Het ging voornamelijk om verwerkte voedingsmiddelen en dranken. De extra invoer ter waarde van 1,17 miljoen euro betrof voornamelijk primaire producten.
In de studie wordt benadrukt hoe belangrijk het is de handelsbesprekingen van de belangrijkste concurrenten van de EU van nabij te volgen, om ervoor te zorgen dat de EU niet naar het tweede plan verschuift als het gaat over de voorwaarden voor toegang tot belangrijke markten voor landbouwproducten en levensmiddelen. Ook blijken recentere, ambitieuzere overeenkomsten, zoals de handelsovereenkomst tussen de EU en Korea, die in 2011 in werking is getreden, een groter positief effect te hebben dan oudere en minder omvattende overeenkomsten zoals die van 2000 tussen de EU en Mexico. Dit toont aan dat de EU-handelsovereenkomsten almaar beter en doeltreffender worden als het gaat om het wegnemen van belemmeringen en het verbeteren van het concurrentievermogen van de sector.

In de studie wordt ook het belang benadrukt van de afzetbevorderings- en voorlichtingscampagnes van de EU om EU-exporteurs te helpen toegang te krijgen tot nieuwe markten en hun ondernemingen te laten groeien op bestaande markten. De Commissie heeft haar budget voor afzetbevordering aanzienlijk opgetrokken en Commissaris Hogan heeft al een bezoek op hoog niveau gebracht aan zes landen (Colombia en Mexico, China en Japan, Vietnam en Indonesië) om landbouwproducten en levensmiddelen uit de EU te promoten en bedrijven en organisaties uit de EU in de gelegenheid te stellen om in die landen op zoek te gaan naar nieuwe zakelijke kansen. In mei brengt commissaris Hogan een bezoek aan Canada, dat onlangs ook een vrijhandelsovereenkomst met de EU heeft afgesloten. EU-commissaris voor Handel Malmström zal in maart een bezoek brengen aan Canada en aan Singapore (nog een land waarmee de EU onlangs een handelsovereenkomst heeft gesloten), en later in het voorjaar aan Mexico.

De drie handelsovereenkomsten hebben er ook toe bijgedragen dat 2016 een recordjaar was voor de uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen uit de EU, met een totale uitvoerwaarde van 130,7 miljard euro, een stijging van 1,7 miljard euro ten opzichte van 2015. Vooral de uitvoer naar de Verenigde Staten (plus 1,26 miljard euro) en China (plus 1,06 miljard euro) is gestegen. Tegelijkertijd nam de invoer van landbouwproducten en levensmiddelen in de EU af met 1,5%, tot 112 miljard euro. De landbouw- en levensmiddelensector was goed voor 7,5% van de totale uitvoer van goederen uit de EU in 2016, en 6,6% van alle ingevoerde goederen waren levensmiddelen en landbouwproducten. Met een overschot van 18,8 miljard euro is de landbouw- en voedingssector goed voor bijna de helft van het algehele overschot op de handelsbalans van de Europese Unie (39,3 miljard euro in 2016).

De volledige studie is hier te downloaden.
Publicatiedatum: