In 2012 werd aan zo'n 17 telers in de Franse witlofsector door de mededingingsautoriteit een boete opgelegd van €3,6 miljoen voor de vaststelling van minimumverkoopprijzen tussen 1995 en 2010. Twee jaar later werd dit door het Hof van Beroep van Parijs herroepen omdat er niet zou zijn vastgesteld dat zij hun wettelijke rechten hadden overschreden door de productieprijzen te stabiliseren, zoals vermeld in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Gemeenschappelijke marktordening (GMO).
De mededingingsautoriteit weigerde echter te erkennen dat landbouwdoelstellingen boven mededingingsregels zouden moeten worden gesteld en stapte naar het Europese Hof van Justitie. De partijen moesten op 31 januari 2017 voor de rechtbank verschijnen.
De uitspraak volgt in het voorjaar. Het Hof zal moeten beslissen of de beschuldigingen, die tegen het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie indruisen, kunnen worden afgewezen omdat de relevante acties onder de telersverenigingsmissies binnen de GMO vallen. Dan zouden de door de telersverenigingen overeengekomen minimumprijzen, het marktvolumebeheer en de strategische informatie-uitwisseling wel binnen de EU-doelstellingen moeten passen.
In 2015 gaf Catherine Del Cont van de faculteit Rechten en Politieke Wetenschappen van de Nantes Universiteit al aan dat het moeilijk is om de uitspraak van het Hof van Justitie over zo'n delicate kwestie te voorspellen, maar dat het besluit een sterke invloed zal hebben op de toekomst van het GLB.