“FresQ had zaakjes uitstekend op orde”
Het is de zoveelste rechtszaak over FresQ, de GMO-erkenning en de bijbehorende miljoenen subsidiegeld. De nieuwste episode, gisteren bij het College van Beroep voor Bedrijfsleven, ging het tussen FresQ en het Ministerie van EZ. Volgens de advocaat van FresQ in het AD is de intrekking van de GMO-erkenning van de vereniging onterecht en hoeft het subsidiegeld dus ook niet teruggevorderd te worden.
Deze zaak is al eerder behandeld. In 2013 stelde FresQ onder andere dat het PT niet bevoegd was om het terugvorderingsbesluit te nemen. Ook vonden ze dat er wel voldaan was aan de erkenningscriteria. Het CBB ging hier niet in mee. Dat was echter een voorlopige uitspraak. Nu is er een bodemprocedure gaande. In april volgt de uitspraak.
Faillissement
Mocht het CBB oordelen dat de schorsing en de terugvordering van de subsidie terecht is, dan is de kans aanwezig dat FresQ failliet verklaard wordt. De Nederlandse staat heeft daar in november bij de rechtbank om gevraagd. De rechtbank wilde de bodemzaken bij het CBB afwachten – deze, en nog een andere die draait om subsidies uit 2009. Na een eventueel faillissement mag een onafhankelijke curator dan aan de slag met het terugvorderen van de miljoenen subsidie. Een behoorlijke klus, want volgens de Staat gaat het in totaal om 48 miljoen euro. FresQ kende in 2013 bijna 130 leden.
Europese druk
Mocht het CBB toch oordelen dat de intrekking van de erkenning onterecht is, dan heeft Nederland nog wat uit te leggen aan Europa. De Europese Commissie en het Europees Hof hebben in eerdere rechtszaken al geconstateerd dat FresQ volgens de Europese regels geen subsidie had mogen krijgen. Europa heeft de subsidie daarom teruggevorderd van de Nederlandse staat. Op haar beurt is de Nederlandse staat verplicht te proberen het geld terug te vorderen.