Hoe maak je de keuze om op een beurs te gaan staan? Vier toeleveranciers - elk met een ander beursschema - reageren.
Nitea
Stand op HortiContact
"Vergeet Nederland niet"
Focus is mooi in het
beurslandschap, vindt Raymond van den Berg van Nitea IT Solutions – maar vergeet daarbij Nederlandse telers niet. "Alle aandacht voor het buitenland, lijkt het wel. Nu gaat het de sector gelukkig weer voor de wind. De export trekt aan, maar moeten we Nederlandse telers dan ineens vergeten? Gorinchem bestaat al heel lang en wordt hoog gewaardeerd door exposanten en bezoekers, dat is terug te zien in de bezoekersaantallen. Maar nu hoor je af en toe dat Nederlandse klanten zich vergeten voelen. En met dit soort geluiden begrijp ik dat wel. Bovendien: de Greentech, die zich profileert als technologiebeurs waar noviteiten kunnen worden getoond, zal meegaan met het sentiment in de markt. Nu er weer geïnvesteerd wordt, is er ook meer ruimte om te innoveren en om van een beurs een internationaal succes te maken." Raymond vervolgt: "Ik ben niet negatief over de Greentech, zeker niet. Een kennisland als Nederland moet klanten en bedrijven laten zien wat we kunnen. De Greentech en Horticontact kunnen prima naast elkaar bestaan, mits ze allebei de focus behouden die ze nu hebben: internationaal ondernemen en nationale relaties." Zantingh
Alleen op de Greentech
"Goede kant op met Greentech"
Op de meeste tuinbouwbeurzen staat Zantingh
bewust niet met een stand, maar op de Greentech vind je ze zeker wel. "Ik kan het pleidooi van Maren alleen maar onderschrijven", vindt Rein Tichelaar. Hij is vanaf het begin betrokken geweest bij de oprichting van Greentech en sinds vorig jaar heeft Maren ook plaats genomen in de tentoonstellingscommissie. "Toen de Hortifair in het laatste jaar van haar bestaan een hele rare 'move' dreigde te maken door samen te gaan werken met Aalsmeer, waardoor de beurs van Amsterdam zou worden verplaatst naar het veilinggebouw in Aalsmeer, waar bij gebrek aan ruimte een tentencomplex tegenaan zou worden gebouwd, was voor ons bedrijf heel duidelijk: dit gaan we niet doen. En dat terwijl we door de jaren heen de voormalige NTV en daarna de Hortifair altijd trouw zijn geweest." Samen met een paar andere initiatiefnemers vonden ze bij de RAI een gewillig oor en binnen korte tijd was Greentech een feit. "Inmiddels zijn er twee edities geweest en gaat het met de beurs de goede kant op. Op het gebied van groente- en sierteelt en teelttechniek heeft Nederland dan ook veel te bieden en die centrumfunctie dreigde verloren te gaan. Alle Nederlandse tuinbouwbeurzen bij elkaar in de RAI werd eind jaren negentig van de vorige eeuw geen succes. De tijd was er blijkbaar nog niet rijp voor. Gevolg was en is versnippering van het beursaanbod in Nederland en met name onze Oosterburen die in het gat van de Nederlandse verdeeldheid zijn gesprongen. Ze hebben een paar beurzen van formaat weten op te bouwen. Daarom zijn wij heel blij met Greentech die zich puur richt op teelttechniek voor (inter)nationale telers en investeerders in (glas)tuinbouw. De periode juni ligt goed vanwege de flower trials die al goed bezocht werden. Het brengt de dynamiek weer terug van een beursevent in combinatie met de mogelijkheid om bedrijven te bezoeken."
"Hoge bezoekerscijfers zeggen niets"
Internationaal gezien worden er ook veel tuinbouwbeurzen georganiseerd. "Maar wat is er nou mooier als we kans zien om de markt naar Nederland te halen", vindt Rein. "Veel buitenlandse beurzen ruiken hun kans om hallen vol te krijgen, maar welke doelgroep je precies gaat ontmoeten is vaak niet helder. Die beurzen hebben dan ook vaak een heel breed aanbod, waardoor er veel minder gericht publiek komt. Het schermen met hoge bezoekersaantallen heeft dus ook helemaal geen zin, de kwaliteit telt, niet de kwantiteit. Dat is ook een wisselwerking, want om bezoekers af te laten reizen naar een beurs, moet het aanbod ook voldoende interessant zijn. Daarom is het ook zo belangrijk dat een beurs wordt georganiseerd door een professionele beursorganisatie die het concept goed bewaakt en zorgt voor voldoende innovaties en beleving. In Nederland hebben we dat voorhanden en hebben wij als bedrijf daarom een bewuste keuze voor gemaakt."
Daar komt bij dat Zantingh behalve onderhoudsservice niet direct aan eindgebruikers levert. "Onze klanten (meestal verwarmingsinstallatiebedrijven) al op veel beurzen aanwezig zijn, in sommige gevallen ook met onze producten. Dan is beursbezoek voor ons interessanter dan deelname. In landen waar we gericht bezig zijn middels agenten of eigen vestigingen nemen we ook deel aan lokale, gerichte vakbeurzen, maar dat zijn er maar enkelen per jaar. Een goede en gerichte vakbeurs blijft m.i. een belangrijk onderdeel van de communicatiemix en zal ondanks een toename van digitale communicatie niet verdwijnen, maar is wel van invloed op organisatie van en deelname aan een beurs. Het draait simpelweg om het bereiken van je doel en verdeling van de beschikbare middelen. Dat geldt voor de meeste aanbieders in de markt en ik ga er daarom maar van uit dat de meeste bedrijven uiteindelijk toch ook hun beleid hier op aan zullen passen. En vergeet niet, dat bezoekers ook steeds kritischer worden in de afweging welke beurzen ze willen gaan bezoeken."
Royal Brinkman
Klantevenementen, IPM, Fruit Logistica en beurzen wereldwijd
"Kennisuitwisseling
en personal touch" Royal Brinkman is op beurzen wereldwijd niet te missen. Contact met de klant is voor het bedrijf heel belangrijk, vertelt marketeer Stef de Jong. "Wij zien dat de Nederlandse markt zich ook richt op de internationale beurzen IPM Essen (sierteelt) en Fruit Logistica (groenten/fruit). In Nederland is onze naamsbekendheid hoog en zijn veel telers bekend met ons en onze webshop. Voor ons zijn in Nederland kleinschalige klantbijeenkomsten en klantendagen gericht op kennisoverdracht erg belangrijke kanalen. Daarnaast bezoeken wij onze klanten natuurlijk zelf ook. Bij deze manieren van klantcontact staat de persoonlijke benadering voorop."
Internationaal ligt dat wat anders. "Wereldwijd is onze naamsbekendheid (nog) minder groot. Daarom focussen we dus onder andere ook op de IPM Essen en Fruit Logistica: daar zien we de internationale telers maar ook die uit Nederland. Zo bereiken wij een groot deel van de markt." En ook op andere internationale beurzen is het bedrijf te vinden. "We doen er behoorlijk wat. Overal ter wereld, van Australië tot Oekraïne en van Mexico tot Polen. Het is belangrijk om als Nederland een goede beurs in de markt te zetten en afgelopen jaar stonden wij zelf ook op de Greentech. Als je op meerdere locaties te vinden bent, hoop je dat je naamsbekendheid groeit en dat je de markt bereikt. Daar kunnen we nieuwe klanten uithalen."
Sierteelt: "Mag het wat minder? Ja."
Alles in de sierteelt
Ook in de sierteelt kun je je sufbeurzen als je wil. In de bollen, en met name in het lelievak, maakt de laatste jaren de Dutch Lily Days een sterke groei door. Een aantal van de grote jongens binnen het vak zijn er erg enthousiast over: het internationale karakter wordt geprezen en bovendien kun je de mensen mooi laten zien wat je in huis hebt. Links en rechts hoor je dan ook partijen – ook op de IPM Essen – die sterk overwegen het aantal beursbezoeken terug te brengen. Een soortgelijke dynamiek is te zien bij de FlowerTrials: er wordt bezoek uit alle hoeken van de wereld verwelkomd en men heeftalle ruimte voor het presenteren van de eigen producten. Deze veredelaars staan echter en masse ook op de grote beurzen - misschien juist ook nu de markt een lijn naar boven gevonden heeft en gehoopt wordt kwekers lekker te maken voor investeringen. Tegelijkertijd zie je dat de FlowerTrials zelf al dusdanig groot worden, dat vanuit het standpunt van de bezoeker gezegd kan worden: jongens, kan het niet centraal?
"Maar wat dan weg moet of niet, zeg het maar"
Onder kwekers en inkopers – de
eigenlijke handel zullen we maar zeggen – leeft de vraag waar wel of niet aan mee te doen altijd al. Kan en moet het niet wat minder, vraagt ook Jan Marijnis (Persoonlijk Verkoper FloraHolland) zich namens de kwekers waarvoor hij werkt af. "Naast de grote beurzen zijn er ook veel lokale initiatieven en open dagen, zodat er soms niet eens tijd overblijft de nodige zaken op te volgen. Dus mag het wat minder? Ja. Maar wat dan weg moet of niet, zeg het maar."FloraHolland zelf levert een belangrijke bijdrage aan het beurzengeweld. Naast de twee grote beurzen in voor- en najaar in Naaldwijk en Aalsmeer, zijn er ook nog de kleinschaligere spring- en autumnfair. En neemt het zelf het Holland House mee naar andere beurzen, zoals nu ook naar Essen. "Als er keuzes gemaakt zouden moeten worden, zorg dan juist dat je dat huis mee de grens overneemt", aldus Jan. "Internationaal laten zien wat 'we' in huis hebben, dat heeft nog weer een extra toegevoegde waarde die we zeker moeten pakken."
Ook op Linkedin is er druk gediscussieerd:
