"Bestuursrechter betrekken bij elke onteigening"
"Onteigening is de meest ingrijpende inbreuk die de overheid in Nederland op het eigendomsrecht kan maken. Bij een onteigening wordt een burger of een bedrijf gedwongen om zijn eigendom af te staan voor de verwezenlijking van het algemeen belang, bijvoorbeeld de aanleg of verbreding van een (spoor)weg, de versterking van een waterkering of ontwikkeling van een woonwijk. Ik ben me er terdege van bewust dat de gevolgen van een onteigening zeer ingrijpend kunnen zijn voor eigenaren. Niet alleen verliest een burger het gebruik van zijn eigendom en de daarvan genoten inkomsten, maar die eigendom vertegenwoordigt veelal ook een grote emotionele waarde, bijvoorbeeld wanneer de onteigende grond al generaties lang in de familie is."
Verderop in de brief maakt de minister duidelijk dat ze wil dat bij elke onteigening de rechter zal worden betrokken: "In het conceptwetsvoorstel zoals dat eerder ter consultatie en toetsing is voorgelegd, was de toegang tot de bestuursrechter gewaarborgd doordat de eigenaar beroep tegen de onteigeningsbeschikking kan instellen. Het initiatief om de rechter in te schakelen lag daarmee bij de eigenaar. Gezien alle andere waarborgen in het wetsvoorstel achtte ik het niet waarschijnlijk dat in de praktijk een eigenaar zou worden onteigend zonder dat de bestuursrechter zich heeft uitgesproken over de onteigeningsbeschikking, bijvoorbeeld omdat de eigenaar niet tijdig beroep zou kunnen hebben instellen tegen de onteigeningsbeschikking. Uit de reacties en adviezen blijkt dat het op veel bezwaar stuit dat die mogelijkheid toch niet geheel is uitgesloten. Om iedere schijn van vermindering van de positie en rechtsbescherming van een eigenaar uit te sluiten, ben ik voornemens om de voorgestelde onteigeningsprocedure zo te versterken dat de bestuursrechter bij elke onteigening betrokken zal zijn. De rol om de bestuursrechter in te schakelen komt daarmee bij het bevoegd gezag te liggen. Hiermee wordt gewaarborgd dat het geheel uitgesloten is dat een eigenaar wordt onteigend zonder dat de bestuursrechter zich heeft uitgesproken over de onteigening."