Concurrentiebeding: je krijgt wat je afspreekt
De tekst van het concurrentiebeding verbood de werknemer om werkzaam te zijn in heel Nederland. In de procedure kwam vast te staan dat de werkgever de werknemer tijdens het dienstverband had gezegd dat het beding de werknemer niet verbood om te werken in een bepaalde vestigingsplaats. Toen de werknemer vertrok en ging werken voor een concurrent in die betreffende vestigingsplaats, werd hij toch aangepakt door zijn voormalige werkgever in verband met overtreding van het concurrentiebeding. De werkgever baseerde zich daarbij op de tekst van het beding: heel Nederland. Die vlieger ging niet op. Als je als werkgever meldt aan de werknemer dat het concurrentiebeding een beperktere strekking heeft dan de tekst die ooit is overeengekomen, dan mag de werknemer op die uitleg en toezegging vertrouwen. Volkomen logisch.
De uitspraak geeft dus niet aan dat een concurrentiebeding in de branche geen betekenis heeft. Maar als je als werkgever zelf de betekenis beperkt door aan te geven dat de werknemer meer ruimte heeft dan er letterlijk staat, dan is de werkgever aan die zelf aangegeven uitleg en toezegging gebonden. De les uit deze uitspraak ligt voor de hand: een concurrentie- en/of relatiebeding moet helder worden geformuleerd. Maak je tijdens het dienstverband nadere afspraken of doe je toezeggingen over een beperktere strekking van het beding, dan moeten die ook helder worden vastgelegd.
Mr. Jan Verhoeven, advocaat bij Wille Donker advocaten in Alphen aan den Rijn