Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
"‘De brede weerverzekering is gewoon niet goed"

De ramp die geen ramp mag zijn

De glastuinbouw in Zuidoost Nederland worstelt nog behoorlijk met de gevolgen van de schade die een supercel op 23 juni in korte tijd aanrichtte. Vollegrondstuinders en akkerbouwers kampen met de gevolgschade van de overvloedige regenval in die maand. Hoe nu verder, vraag ZON magazine zich af. De signalen dat Limburg zich beter gaat wapenen tegen de gevolgen van extreem weer druppelen binnen. Onlangs kondigden Gedeputeerde Staten aan dat de provincie er actief op gaat toezien dat de Limburgse waterschappen maatregelen treffen bij knelpunten die door de klimaatverandering niet meer aan de normen voldoen. En komende maand al staat in het provinciehuis een conferentie gepland met de titel Is Limburg klimaatproof? Dat geeft wellicht hoop voor de toekomst. Maar daar kopen de agrariërs die onlangs gedupeerd werden door extreme regen- en hagelbuien niks voor. Sterker nog: de totale schade is nog niet eens bekend.



Experts
'De inventarisatie zou zomaar nog tot oktober kunnen duren', zegt voorzitter Léon Faassen van de LLTB. 'Er is sprake van twee soorten schade. De schade aan gebouwen, waarvan je direct kunt zeggen wat er aan de hand is. Daarnaast is er de schade aan gewassen. Daar heeft de LLTB een heleboel meldingen van gekregen. Bij het monitoren van de schade krijgen we hulp van de experts in Wageningen, de provincie en het waterschap, want die willen ook heel graag in kaart hebben. De reden dat we de schade nog niet in beeld hebben is dat de agrariërs nog allemaal heel druk bezig zijn met te redden wat er te redden valt en er is nog best wat te redden. Maar in hoeverre de gewassen nog kunnen herstellen of verder terugvallen, weten we pas zeker op het moment dat ze geoogst worden.'
De verzekeraars meldden enkele weken geleden dat bij hun tot dusver 175 miljoen euro schade geclaimd is. Maar omdat in Zuidoost Nederland maar een handjevol agrariërs een zogenaamde brede weersverzekering heeft, is dat waarschijnlijk maar een fractie van de totale geleden schade.

Jaloers
Léon: 'Opmerkelijk is dat het Rampenfonds in België het recente extreme noodweer wél als ramp heeft erkend. Daardoor kunnen Belgische agrariërs rekenen op financiële compensatie. Daar zijn we jaloers op. Waarom daar wel en hier niet?'
Het argument van de Nederlandse overheid om de hagel- en waterschade niet als ramp erkennen, is dat agrariërs hier de mogelijkheid zouden hebben om zich tegen deze schade te verzekeren met een brede weersverzekering. Dat argument bestrijdt de LLTB ten zeerste. 'Een brede weersverzekering dekt bijvoorbeeld geen inundatie, dus water dat via de grondwaterstand of dat via instroom van andere percelen komt', aldus de LLTB-voorman. 'De verzekeraar zegt dat dat de verantwoordelijkheid van het waterschap is. Het waterschap beroept zich op zijn beurt op overmacht. En dan heb je dus te maken met een stuk dat nooit verzekerbaar is. Toch zegt de staatssecretaris (Van Dam, Economische Zaken – JH) dat alle risico's verzekerbaar zijn.'

De LLTB verbaast het allerminst dat slechts een paar procent van de agrariërs een brede weerverzekering heeft. 'Kennelijk is het product niet interessant of zijn de voorwaarden van het product niet interessant. Wij horen van veel ondernemers dat ze wel offertes hebben aangevraagd voor zo'n verzekering en dat ze dan schrikken van de hoogte van de premie in verhouding tot wat ze vergoed krijgen. Er geldt om te beginnen een drempel van dertig procent. Als je het vergelijkt met een huis, moet dertig procent van je huis afgebrand zijn voordat je überhaupt iets terug gaat krijgen. Is er minder dan dertig procent afgebrand, krijg je niks. Dus dan heb je forse schade én je hebt de premie voor niks betaald. Is de schade groter dan dertig procent dan krijg je ook niet het hele bedrag terug, maar slechts een percentage daarvan. Dat zijn natuurlijk geen voordelige voorwaarden. Die verzekering is dus gewoon niet goed, omdat het product niet is afgestemd op de markt, ook al krijgen agrariërs subsidie op de premie.'

Behalve op de schade-inventarisatie en de brede weersverzekering zet de LLTB in op de aanpak van de wet- en regelgeving die het beperken van de schade aan de gewassen op dit moment in de weg zit.

Uitspoeling
'Een voorbeeld daarvan is de schade aan gewassen als gevolg van uitspoeling van meststoffen door de overvloedige regen. Agrariërs willen die meststoffen natuurlijk graag aanvullen. De regels bieden ruimte voor herstelbemesting, maar daarvoor moet je een taxatie doen en dat kost tijd en die hebben de agrariërs niet. Als je geen taxateur laat komen en je mest toch bij, dan loop je het risico op boetes omdat je teveel meststoffen gebruikt volgens de fosfaat- en nitraatrichtlijnen. Wij hebben de overheid gevraagd of ze op grond van de neerslaggegevens voor bepaalde percelen zonder taxatie groen licht kan geven voor extra bemesting. EZ zegt dat het dat niet uitgelegd krijgt in Brussel en dus kan het niet. Erg zuur, want groene licht hadden de getroffen agrariërs nodig om zo snel mogelijk te kunnen beginnen met bijmesten en zo de schade te beperken. De urgentie wordt in Den Haag minder gevoeld dan dat wij die hier meemaken bij agrariërs.'

Het moge duidelijk zijn dat hagel- en waterschade niet te voorkomen is. Alles wijst er op dat extreme weersomstandigheden zich in de toekomst vaker kunnen voordoen. 'Behalve door klimaatdruk wordt het probleem ook groter door de oplopende spanning tussen verstedelijkte gebieden en natuur aan de ene kan en agrarische gebieden aan de andere kant. Hier gaat het wringen. Daar is het waterschap zich ook van bewust. Om een beetje spanning weg te halen heeft waterschap Peel en Maasvallei pas geleden een bijeenkomst in IJsselsteyn en één in Baexem gehouden om agrariërs in de gelegenheid te stellen om aan te geven wat er in hun ogen fout is gegaan. Dat was een goede uitlaatklep en goed voor de feedback.'

Ondernemersrisico
'Het voorkomen van dit soort schade is niet aan de landbouw', vervolgt de LLTB-voorzitter. 'Tegelijkertijd moeten we natuurlijk wel onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Neerslag is nu eenmaal een ondernemersrisico voor agrariërs. Maar…. dan moet er wel een stelsel zijn om dat risico beheersbaar te maken. Een agrariër is deels afhankelijk van waterschappen en van hoe hij zich kan verzekeren. En dat is nu niet goed geregeld. Daar gaan we mee terug naar de politiek. Of dat wat oplevert, weten we natuurlijk niet.'

Léon Faassen denkt dat als het noodweer een andere sector was getroffen er wel steun uit Den Haag was gekomen. 'Dat komt omdat de agrarische sector een verleden heeft op het gebied van overheidssteun. In 2002 heeft de overheid gezegd: dat moet stoppen en dus investeren we in een bijdrage aan een verzekering. Maar dan moet het wel een goede verzekering zijn. Daarvan zegt de overheid dat dat niet haar verantwoordelijkheid is.'
Stel dat er op enig moment alsnog overheidssteun komt, komt die dan niet te laat? Het was immers bepaald geen vetpot in de sector de afgelopen jaren.

Mental coaches
'Er zit duidelijk geen vlees meer op de botten. Er zullen zeker bedrijven zijn die nu in ernstige problemen komen. Bedrijven die zogenaamd in de kern gezond zijn kunnen op ondersteuning rekenen, maar daar moet de bank over adviseren. Dat is lastig. Er zullen zeker ondernemers in psychische problemen komen nu deze ramp er weer bij komt. Daar zullen we ook in moeten ondersteunen in de vorm van bedrijfscoaches en mental coaches. Dat neemt niet weg dat er bedrijven onderuit zullen gaan. Heel veel bedrijven gaan forse verliezen tegemoet. Het weinige dat ze nog kunnen oogsten zal waarschijnlijk van beroerde kwaliteit zijn en dan zijn de prijzen navenant, ook als er sprake is van schaarste.'

Over het algemeen, zo ervaart Léon Faassen, zijn de ambtenaren van EZ best welwillend en begrijpen ze de problemen van agrariërs, maar kunnen ze binnen de EU-wetgeving niet veel. 'Als je te maken hebt met een ramp, kun je in Brussel makkelijker uit de voeten. Daarom is het onverklaarbaar waarom de overheid kiest voor deze weg.'

Op momenten als deze moet je er als standsorganisatie zijn. We hebben aanvankelijk stevig en hard ingezet op de Wet tegemoetkoming schade bij rampen. Nu dat tot op heden niets oplevert, moeten we het voorlopig hebben van kleine succesjes. Over het bijmesten hebben we bijvoorbeeld afgesproken dat EZ achteraf de analyses van de experts naast de neerslagkaarten leggen om te kijken of daar iets over te zeggen was geweest, zodat we daar conclusies voor later uit kunnen trekken om gebiedsgericht bemesting zonder taxatie toe te staan. Daar hebben de gedupeerde agrariërs op dit moment helemaal niks aan, maar het zou wel winst voor de toekomst kunnen zijn. Nog een voorbeeld van een succes is dat de gedupeerde bedrijven – bijvoorbeeld loonwerkbedrijven – van Sociale Zaken werktijdverkorting mogen toepassen.

Supercel
Voorzitter Wim van den Boomen van de vakgroep glastuinbouw van Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) zegt dat de schade aan de glastuinbouw intussen grotendeels in kaart is gebracht. Totaal verwoest heeft de supercel ongeveer tweehonderd hectare kassen en gewassen op de grens van Noord-Brabant en Limburg. Van nog eens vijftig hectare is de schade aan de kassen dusdanig dat het gewas (deels) geoogst kan worden.

'Er is sprake van een totale ontwrichting van het getroffen gebied', zegt Wim. 'Want de schade beperkt zich niet tot de gedupeerde glastuinbouwbedrijven. Ook de toeleveranciers zijn getroffen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor scholieren die nu geen vakantiewerk kunnen doen om hun vakantie bij elkaar te verdienen. En de vaste medewerkers van de getroffen bedrijven moeten nu werk doen waarvoor zij niet zijn aangenomen.'

Wims grootste zorg is het om de vernielde kassen zo snel mogelijk dicht te krijgen. 'Dat is een gigantische klus, waar we nog een hele tijd mee zoet zijn. We zijn blij als de getroffen bedrijven weer operationeel zijn voor het teeltseizoen van 2017. Voor een aantal gedupeerde glastuinders is het trouwens nog onzeker of zij de herbouw kunnen financieren. Want als de vernielde kas voor een groot deel was afgeschreven, moet er zoveel geld bij dat een aantal tuinders dat mogelijk niet gefinancierd krijgt, zeker omdat velen de eventuele reserves de afgelopen jaren al hebben moeten aanspreken om de tekorten op te vangen.'

Bombardement
Intussen laat ZLTO onderzoeken of glastuinders zich kunnen wapenen tegen de schade als gevolg van de hagelballen die hun kassen op de avond van 23 juni bekogelden. Wim van den Boomen verwacht dat dit pas na de jaarwisseling iets oplevert, maar heel hoopvol is hij hier niet over. 'Tegen de ijsballen die op die bewuste avond uit de lucht vielen kun je niks beginnen. Ook dikker glas gaat aan gruzelementen onder een bombardement van ijsklompen zo groot als tennisballen. En een eventuele oplossing is pas zinvol als ze niet alleen technisch, maar ook praktisch en economisch haalbaar is.'

Het spreekt voor zich dat de schade en de afwikkeling daarvan veel gedupeerde glastuinders niet in de koude kleren gaat zitten. Wim: 'Daarom zijn we waakzaam en houden we elkaar in de gaten. Wanneer we de indruk hebben dat iemand er geestelijk aan onder door gaat, schakelen we hulp voor diegene in. Dat zijn we aan elkaar verplicht.'

Bron: ZON Magazine
Publicatiedatum: