'Star Trek' personages konden in elk melkwegstelsel voedsel oproepen met hun computer , maar totdat er een 'replicator' beschikbaar wordt, zullen echte ruimteverkenners hun eigen gewassen moeten telen.
Ze zullen wat hulp krijgen van Joshua Summers, hoogleraar werktuigbouwkunde aan de Clemson University, die de basis legt voor landbouw in de ruimte als onderdeel van een door NASA gefinancierde studie die hij samen met het bedrijf Freight Farms (Boston) uitvoert.
Joshua Summers, hoogleraar werktuigbouwkunde, in zijn laboratium aan de Clemson University.
Het bedrijf zet transportcontainers om in hydrocultuurkwekerijen waar sla, kruiden en andere bladgroenten worden geteeld. Stadstelers bieden al een tijdje versproduct aan restaurants met behulp van deze containers van bijna 30 m2.
Summers en zijn team zijn op zoek naar manieren om deze zelfstandige hydrocultuurkwekerijen efficiënter te maken, zodat hun technologie versproduct kan leveren in de uithoeken en zware omstandigheden van de diepe ruimte.
De containers, ook wel 'Leafy Green Machine' genoemd, hebben dagelijks ongeveer 10 liter water nodig, wat veel minder is dan een traditionele kwekerij. Zij zijn getest op functioneren bij temperaturen tot minimum 20 graden en maximum 120 graden. Gewassen groeien op een voedselrijke wateroplossing in plaats van in aarde en onder ultraviolette LED-verlichting.
Summers en zijn team proberen de door de LED-verlichting gegenereerde warmte op te vangen. Dit zou de binnenkant van de kwekerijen kunnen koelen en de opgevangen hitte zou aangewend kunnen worden als vermogen voor boordsystemen. Ook wordt er gekeken naar het mogelijk terugwinnen en recyclen van vochtigheid.
De grootste uitdaging voor het team bestaat uit het verbeteren van een product dat Freight Farms al tot commerciële levensvatbaarheid heeft gebracht. Summers: "Freight Farms is al behoorlijk ver gekomen met de teelttechnologie. Als we de efficiëntie willen verbeteren, zullen we moeten kijken naar dingen waar zij niet naar hebben gekeken. Dat zal niet eenvoudig zijn. Maar dat is tegelijkertijd het leukste aan het project."