Lage prijzen maken Indonesische telers kwetsbaar
Indonesië moet jaarlijks voedsel importeren om aan de groeiende vraag te voldoen. In de afgelopen jaren werd gemiddeld zo'n 20 procent van alle groenten geïmporteerd. Het gaat daarbij om producten als knoflook, pepers, aardappelen en rode uien. Ook het zaad voor die producten wordt ingevoerd. Dat maakt het land kwetsbaar, met name voor prijsstijgingen in het buitenland.
Met een marktaandeel van 40 procent is PT East West Seed Indonesia (Ewindo) een belangrijke speler in de Indonesische groentenzaadmarkt. President-directeur Glenn Pardede stelt dat Indonesië dringend de eigen zaadproductie moet vergroten. Ewindo is een 50-50% joint venture van East-West Seed en Enza Zaden.
Ewindo werkt bij voorkeur met telerscoöperaties, maar werkt ook met individuele telers. Het bedrijf traint zowel zaaizaadtelers (die exclusief voor het bedrijf werken) als telers die met Ewindo-zaad groenten en fruit voor de markt telen. Wij spraken voor dit artikel met verschillende telers. Zij zijn tevreden over de groentenzaden van Ewindo. Zij roemen de kwaliteit en de productiviteit van de zaden en de mate van aangepastheid aan de vaak extreme weersomstandigheden. De prijs van de Ewindo-zaaigoed verschilt volgens hen niet veel van die van andere bedrijven. Maar prijs is voor hen geen doorslaggevend criterium. Wat zij uitgeven voor de aanschaf van zaden bedraagt gemiddeld niet meer dan 3-5 procent van de totale productiekosten.
Hete pepers
Saikad is de voorman van de boerencoöperatie Tunas Mulia Kabupaten Pandeglang, in de provincie Banten. De coöperatie koopt al sinds 2002 collectief zaad in bij Ewindo. De coöperatie bestaat uit 150 leden, die gemiddeld 0,1 ha. Land bezitten. Saikad zelf teelt kouseband, watermeloenen, komkommers en andere groenten. Dit seizoen heeft hij voor het eerst chilipepers verbouwd, ook met Ewindo-zaad. Ook Saikad kiest voor Ewindo vanwege de kwaliteit en de opbrengst. 'We hebben dit jaar vijftien keer geoogst', zegt hij. 'Dat was eerder met andere zaden slechts negen keer.'
Ook Asep Fachruddin uit Sunia Village, Majalengka, in de provincie West-Java, is tevreden over Ewindo. Deze teler verbouwt vooral Spaanse pepers, omdat die het in het lokale klimaat goed doen. Hij heeft z'n bebouwde areaal in de loop der jaren uitgebreid van 0,4 tot zo'n 1,5 ha. 'We planten de pepers meestal in oktober en de eerste oogst is in februari. We oogsten in totaal 8 tot 12 keer. Tot aan december toe.' Fachruddin is ervan overtuigd dat de opbrengst met de Ewindozaden hoger is dan bij zaden van andere bedrijven.
Het grootste probleem voor de telers is de prijs die zij krijgen voor hun producten. Veel telers oogsten in dezelfde periode met kelderende prijzen als gevolg. De zaadtelers hebben dat probleem niet, die verkopen het zaaigoed tegen vaste prijzen aan East West. Maar de boeren die voor de markt produceren zijn afhankelijk van de grillen van die markt. Van de overheid hebben ze op dit vlak niets te verwachten. Voor de staatsonderneming Perum Bulog is de prijs van groenten geen prioriteit. In een enkel geval koopt het wel eens chilipepers tijdelijk op om de prijs te stabiliseren, maar voor producten als bonen of komkommer is dat nog nooit gebeurd. De staatsonderneming richt zich vooral op de 'sociaal gevoelige' producten als rijst, vlees en granen.
Bron: Agriterra/Agroberichten Buitenland