Wortelen en pastinaak behoren tot de groenten die normaal gesproken in de grond blijven staan om vers te blijven (droge opslag), maar de watervloed doorweekte en ruïneerde de bodem. De drassige velden, waarvan sommige werden overstroomd door uit hun oevers tredende rivieren, maakten het onmogelijk tractors te gebruiken en een gedeelte van het gewas te redden. Vochtige omstandigheden creëerden verdere problemen voor andere groenten: meeldauw, bladrot en andere ziekten troffen onder andere boerenkool.
Niet alleen de agrarische producten van Groot-Brittannië werden getroffen. Hoge wintertemperaturen in Spanje veroorzaakten een ongedierte- en schimmeluitbraak die tomaten, komkommers en rode, gele en groene paprika's aantastte.