Een humanitair team van de VN en de Ethiopische regering hebben donor- en partnerlanden geïnformeerd en gewaarschuwd over de ernst van de voortdurende droogte die El Nino veroorzaakt en de gevolgen hiervan.
Volgens de OCHA heeft de waarschuwing wel enkele beloftes opgeleverd maar zijn deze, gezien de ernst van de situatie, niet voldoende om de crisis het hoofd te bieden.
Zweden, Noorwegen, Canada, Zwitserland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zullen een bijdrage aan de noodhulp leveren. Andere landen bekijken ofwel het aanpassen van ontwikkelingsbudgetten voor noodhulp dan wel de mogelijkheid van een 'crisis modifier' benadering.
Vanwege de verwachte nood aan voedsel, heeft de regering donorlanden verzocht om het land de komende maanden van gezonde voeding te voorzien. Gedurende het El Nino jaar 2002, werd een groot gedeelte van de benodigde voedselhulp pas eind februari 2003 geleverd. Dit heeft destijds geleid tot een verdubbeling van de ondervoedingscijfers. Het voorkomen van ondervoeding is echter driemaal voordeliger dan het bestrijden van de gevolgen.