Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
BDO OMGZN 2015:

Aandachtspunten bij flexibele arbeid

BDO heeft deze week het fiscale O-MGZN 2015 uitgebracht. BDO wil u met dit magazine voorzien van bruikbare informatie en uw gedachten prikkelen. Hieronder treft u alvast het artikel aan waarin Anke Broeders ingaat op de belangrijkste fiscale aandachtspunten bij flexibele arbeid. In het O-MGZN –dat u hier kunt downloaden- komen verder de volgende onderwerpen aan bod:

• Het familiebedrijf overdragen aan de volgende generatie;
• Marlies Dekkers over ondernemen met hulp van private equity;
• Een inventarisatie over het gebruik en de voordelen van de innovatiebox;
• De toekomst van het fiscale vestigingsklimaat van Nederland;
• Risicovol ondernemen met de oudedagsreserve;
• De spelregels voor overleg met de Belastingdienst en horizontaal toezicht;
• Het rapport van de Commissie Van Dijkhuizen voor een eenvoudiger belastingsysteem;

Wie neemt anno 2015 nog mensen in dienst? Als de economische situatie onzeker is, is het aantrekkelijk om werknemers op flexibele basis in te zetten. Zelfs tijdelijke contracten zijn dan voor ondernemers vaak te risicovol. Zzp'ers en uitzendkrachten lijken een uitkomst te zijn. Toch gelden er dan allerlei wetten en regels. Wat moet u als ondernemer weten? Negen antwoorden van BDO-adviseur Anke Broeders.

1. Geen vaste contracten, oké. Maar zijn tijdelijke contracten ook risicovol?
Als een ondernemer heeft gereorganiseerd en daarna toch weer meer capaciteit nodig heeft, is de stap groot om mensen in dienst te nemen. Dan is zelfs een tijdelijk contract inderdaad te risicovol. Bijvoorbeeld vanwege de loonheffing die je betaalt. Zzp'ers of uitzendkrachten zijn dan een uitkomst, want daar kun je écht snel weer vanaf als de omzet tegenvalt.

2. En nu de nieuwe wetgeving voor tijdelijke contracten strenger wordt? Helpt dat de werkgever of de werknemer?
Het is voor allebei niet ideaal. Op dit moment mag de ondernemer nog maximaal drie tijdelijke contracten aanbieden in een periode van drie jaar. Vanaf 1 juli 2015 wordt die periode verkort naar twee jaar. Als ondernemer geef je daarna de medewerker vaak zijn ontslag, omdat de economische situatie nog te onzeker is. Dan moet je na twee jaar weer op zoek naar een nieuwe medewerker. En de oude medewerker staat al snel weer op straat.

3. Kiezen werknemers niet zelf voor die flexibiliteit?
Het klinkt heel leuk: vrijheid, blijheid. Maar voor veel mensen is het bestaan als zzp'er een noodzakelijk kwaad. Ze zijn ontslagen en vinden niets nieuws, dus beginnen ze voor zichzelf. Ik zie het in mijn eigen omgeving: vrienden en oud-studiegenoten hebben het liefst een vaste baan, maar die zijn er gewoon niet meer.

4. Waaraan moet je als ondernemer denken als je flexibele arbeidskrachten inzet?
Huur je een zzp'er in, dan moet je beschikken over een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) van de Belastingdienst. Daar zijn er verschillende van. Ik adviseer ondernemers om alleen met zzp'ers te werken, die beschikken over een VAR-dga (directeur-grootaandeelhouder) of een VAR-wuo (winst uit onderneming). Dan weet je zeker dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en hoef je dus ook geen loonheffing af te dragen. Daarnaast is het heel belangrijk dat de werkzaamheden, die zijn vermeld op de VAR, overeenkomen met de werkzaamheden die de zzp'er uitvoert. Staat er op de VAR van een zzp'er dat hij redactiewerk doet, dan mag je hem dus geen administratieve klussen geven. En let erop dat de VAR niet is verlopen.
Inmiddels is het wetsvoorstel van de Wet invoering Beschikking geen loonheffingen (BGL) ingediend. Die regeling maakt zowel opdrachtgever als opdrachtnemer verantwoordelijk voor de vraag of er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. Is dat het geval, dan moet de opdrachtgever loonheffingen afdragen. De behandeling van dit wetsvoorstel is momenteel tot nader order uitgesteld. De afgegeven VAR voor 2014 blijft vooralsnog daarom ook geldig in 2015.

5. En hoe zit het als je uitzendkrachten inhuurt?
Ik druk mijn klanten op het hart om alleen zaken te doen met uitzendbureaus, die zijn geregistreerd bij Stichting Normering Arbeid (SNA). Dan kun jij als opdrachtgever gevrijwaard worden van inlenersaansprakelijkheid. Je moet je dan wel aan alle voorwaarden houden die SNA stelt. Ook moet je als ondernemer op de eerste werkdag de identiteit van een uitzendkracht vaststellen. Als ik met mijn klanten de boeken check en ik zie dat ze werken met zzp'ers en uitzendkrachten, dan vraag ik ze altijd of er een VAR is en of ze wel hebben gecontroleerd of het uitzendbureau is geregistreerd bij SNA. Het valt me op dat werkgevers soms al jaren met een uitzendbureau samenwerken, maar nog nooit hebben gevraagd naar die SNA-registratie. Als dat niet het geval is, kan de werkgever een flinke boete krijgen. Dat realiseren ze zich niet altijd. Daarnaast gelden diverse arbeidsrechtelijke regels voor de werkgever. In de toekomst zullen dat er nog meer worden.

6. Zijn werkgevers dan onvoldoende op de hoogte van alle wet- en regelgeving?
De meeste ondernemers hebben wel een idee hoe het zit, maar vergeten dus vaak te checken of een uitzendbureau of zzp'er wel aan alle voorwaarden voldoet. Ze verkijken zich bijvoorbeeld nog wel eens op de payrollconstructie. De werkgever denkt makkelijk van een werknemer af te kunnen met een dergelijke constructie. Terwijl die werknemer vaak toch arbeidsrechtelijke rechten opbouwt, zoals ontslagbescherming.

7. Kan de overheid niet meer betekenen in voorlichting over arbeidsrecht en loon- en premieheffing?
Op de websites van de Rijksoverheid en de Belastingdienst is alle informatie in hapklare brokken te vinden. En de meeste bedrijven hebben een accountant of belastingadviseur, die gevraagd en ongevraagd advies geeft. Je kunt je als ondernemer niet verschuilen achter het excuus dat je van niets wist: je hebt een haalplicht.

8. Is de wet- en regelgeving niet te ingewikkeld?
Ik denk dat de regelgeving op zich vrij helder is. Wel wordt die steeds verder uitgebreid om misbruik en schijnconstructies tegen te gaan. Dat is natuurlijk heel goed, hoewel ik vind dat de overheid moet opletten dat het voor goedwillende bedrijven niet te ingewikkeld wordt. De aanscherping van de regels gaat soms te ver.

9. Waar zou staatssecretaris Wiebes de ondernemer beter kunnen bedienen?
Er is nu veel onduidelijkheid over mogelijke wijzigingen, die op stapel staan. Bijvoorbeeld over de VAR. Zzp'ers vroegen die VAR altijd zelf aan. Vanaf 2015 moeten ze de vragenlijst, die daarbij hoort, samen met hun opdrachtgever invullen. Maar moet je dan met iedere opdrachtgever die vragenlijst opnieuw invullen? Stel je voor dat je in een jaar voor twintig verschillende opdrachtgevers werkt? Wat een administratieve last is dat. Bovendien is niet duidelijk wanneer die nieuwe VAR nodig is. De Belastingdienst zegt dat de huidige VAR tot begin 2015 geldig blijft. De meeste werkgevers, uitzendbureaus en zzp'ers willen zich echt wel aan de regels houden, maar dan moet de overheid wel zorgen dat iedereen weet waar hij aan toe is.
Voor meer informatie over bovenstaande kunt u contact opnemen met Anke Broeders van BDO via 070 – 33 80 808 of anke.broeders@bdo.nl.

Publicatiedatum: