Israël: Arava blijft paprika’s exporteren naar Europa

Het paprikaseizoen in Israël loopt van de herfst tot de zomer. Yonatan Bar-On, manager van Arava Export Growers, legt uit: "Anders dan in Nederland planten wij laat in juli en laten de paprika's groeien tot eind december. De opbrengst is hier ook lager dan in Nederland. We verbouwen zo'n 70 ton paprika's per hectare". 68% van de paprika's, die het bedrijf verbouwt zijn rood, 20% geel en 12% oranje. 95% van de totale opbrengst is voor de export. De overige 5% is niet geschikt voor de export en wordt verkocht op de plaatselijke markt.

Arava maakt gebruik van twee lagen aquifers voor de irrigatie. Neerslag in het gebied is er zeer weinig: maar 24 mm per jaar. Dit heeft positieve en negatieve gevolgen: "Sommige ziektes krijgen wij hier niet, zoals Eusarium en botrytis. Daarentegen zijn de planten gevoeliger voor molm en rode mijten".

In Israël komen ook grote temperatuurwisselingen voor. Hierdoor kunnen verschillende streken verschillende gewassen verbouwen. " Een van de grootste problemen is dat je niets kunt verbouwen in de inheemse grond. De grond moet altijd worden gemengd met zand en compost, wat het proces duur maakt. Zelfs zonder het toevoegen van compost kost het prepareren van een hectare bodem zeker €50,000", aldus Yonatan.

Arava kan door het telen van verschillende rassen en de toepassing van speciale technieken een lange houdbaarheidsdatum garanderen van meer dan 3 weken. Israël exporteert meer dan 50% van haar producten naar Europa. De rest wordt naar Rusland geëxporteerd. In Rusland zijn consumenten het meest geïnteresseerd in de grootte van de producten en minder in de kwaliteit en de houdbaarheidsdatum. Handelen op de Russische markt wordt wel steeds lastiger door de politieke situatie. 

Yonatan: "Arava Export zal paprika's blijven exporteren naar Europa. Europese afnemers hoeven niet bang te zijn dat ze afhankelijk zullen worden van Spaanse paprika's".