Besmette medewerkers belangrijke oorzaak norovirus
Om risicobeheersing te kunnen verbeteren, verzamelde Katharina Verhaelen gegevens over viruspersistentie, de relevantie van besmettingsbronnen van norovirussen, en de effectiviteit van maatregelen. Norovirussen blijken te kunnen overleven gedurende de houdbaarheidsperiode van verse frambozen en aardbeien, wat de noodzaak van een preventieve voedselveiligheidsaanpak bevestigt. Op basis van een farm-to-fork risicoschattingsmodel is vastgesteld dat geïnfecteerde medewerkers als een van de dominante bronnen van besmetting gelden. Hygiëne van medewerkers in de voedingsindustrie is dus cruciaal voor voedselveiligheid.
Verontreinigd water vormt een andere mogelijke bron voor norovirus introductie. Uit ons onderzoek bleek, dat norovirussen kunnen overleven in verdunningen van beschermingsmiddelen. Wanneer de microbiologische kwaliteit van het water dat gebruikt wordt om te verdunnen niet voldoende is, kan de toepassing van beschermingsmiddelen een risico vormen voor de volksgezondheid. Het schoonmaken van natte plekken met droge doekjes verwijderde rond 10.000 norovirussen van oppervlakten en kan zodoende het risico van norovirus infecties door kruis-besmetting van oppervlakten naar verse producten verminderen.
Richtlijnen voorzien niet in specifieke criteria voor de virusconcentratie in water in de primaire productie. Het farm-to-fork risicoschattingsmodel kan gebruikt worden als basis voor deze regelgeving. Bijvoorbeeld kan geschat worden, dat voor de beschreven sla-keten een gemiddelde concentratie van 0,4 norovirusdeeltjes per liter irrigatiewater met 95% zekerheid een jaarlijkse gezondheidsdoelstelling van minder dan 1 besmetting per 10.000 consumenten van sla kan realiseren, zoals vereist voor drinkwater in Nederland.
Bron: Universiteit Utrecht