Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
verkoop kavels in ruil voor sanering niet belastingvrij

Gestopte teler verrast door naheffing belastingdienst

Een tomatenteler die met de gemeente overeenkwam zijn bedrijf te laten saneren en daarna een vergoeding en kavels voor woningbouw ontving, is verrast door een naheffingsaanslag van de belastingdienst. De rechter kwam eraan te pas om te bepalen of die heffing terecht is.

De teler kwam in 2012 met de gemeente overeen dat uiterlijk eind 2024 het bedrijf gesloopt moest zijn. Ter compensatie ontving de teler een vergoeding. Die vergoeding bestaat uit zowel financiƫle compensatie als het recht op toewijzing van negen woningbouwkavels.

De teler stopte zelf in 2011 met telen en besloot zijn bedrijf met ingang van 2012 te verpachten. De meest recente pacht loopt nog tot najaar 2024. Zelf is de teler nog actief met een boerderijwinkel.

De rechter vindt dat de voormalig teler omzetbelasting verschuldigd is, zo blijkt uit een op 11 april gepubliceerde uitspraak in hoger beroep van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 maart 2023.

De teler zelf betwist dat de levering van de woningbouwkavel niet plaatsvond in het kader van zijn onderneming. De belastinginspecteur ziet dat anders en wijst de kavel aan als 'voorraad' waarbij met verkoop winst is gerealiseerd.

De rechter sluit daarbij aan en stelt dat zonder de eigendom van de bedrijfsgebouwen en de overeengekomen sanering daarvan, de handelingen met betrekking tot de woningbouwkavel niet tot stand gekomen zouden zijn. De rechter wijst op samenhang met het verpachten van de kassen en de boerderijwinkel en vindt de verkoop van de kavel een derde tak van de onderneming.

De naheffing omzetbelasting bedraagt ruim 55 duizend euro. Het hoger beroep is ongegrond verklaard. Wel was het mogelijk in cassatie te gaan bij de Hoge Raad tegen de uitspraak.